Waar begin je met de plaatsing van je houten vloer
Voor de plaatsing van je parketvloer heb je nodig: een snijmes, een zwaaihaak, een vouwmeter, een rekenmachine, een handzaag of decoupeerzaag, een potlood, spacers, een hamer, een stootblok en een plat trekijzer.
Een goed begin is het halve werk! Zorg ervoor dat de plaatsing zo vlotjes mogelijk verloopt; dat bespaart je tijd en materiaal. Het plaatsen van jouw Quick-Step vloer is een fluitje van een cent, maar voordat je begint, moet je goed voorbereid zijn. Daarna volg je gewoon deze eenvoudige stappen.
- We laten je een plaatsing van links naar rechts zien. Maar uiteraard kan je ook in de andere richting werken. Meet eerst de kamer op. Zo vermijd je restafval en moet je niet een heleboel kleine, smalle stukjes gebruiken tijdens de afwerking. Kleine stukken maken de vloer niet alleen minder mooi, maar ook minder stabiel. Meet de breedte van de kamer en deel deze door de breedte van een rij planken. Zo weet je hoeveel rijen je nodig hebt. Verdeel het overige deel door twee planken die je aan de randen van de kamer plaatst.
- Open verschillende verpakkingen en controleer of er beschadigde planken zijn. Gooi een plank met een barst of andere beschadiging zeker niet weg. Je kan ze altijd gebruiken als de eerste plank van een nieuwe rij.
- Begin niet meteen tegen de muur. Omdat de meeste muren niet perfect recht zijn, loop je dan het risico dat de plaatsing allesbehalve vlotjes verloopt. Maak een markering op de muur aan beide uiteinden van de kamer waar je met de eerste rij gaat beginnen. Zo heb je een referentiepunt waar de hele planken moeten beginnen en eindigen.
Volg deze handleiding voor een rechte vloer:
- Begin met een hele plank aan de markering op de muur en maak deze vast met een tweede plank. Plaats spacers tussen de plank en de muur. Zo kan de vloer uitzetten en krimpen door verschillen in de luchtvochtigheid. Meet de opening tussen de plank en de muur, en zaag de volgende plank op de juiste maat. Plaats deze plank nog niet, maar gebruik het overschot om de tweede rij mee te beginnen. Zorg ervoor dat dit stuk minstens 30 cm lang is.
- Plaats opnieuw een hele plank op de tweede rij. Werk dan je eerste rij verder af met het stuk dat je al op maat zaagde. Werk de tweede rij af en ga verder met rij 3.
- Na drie rijen ga je terug en plaats je de plank aan de rand het dichtst bij de muur.
- Voor het aanduiden van de zaaglijn plaats je de plank die je wilt zagen bovenop de eerste hele plank die je hebt gelegd, en maak je deze vast met een andere plank. Zet een potlood tegen de ene zijde van de planken plaats het andere einde tegen de muur. Trek het potlood langs de muur om een lijn op de plank te tekenen die je gaat zagen.
Pro-tip: gebruik een klein stukje plankoverschot. Zaag de tand tot net tegen de rand af. Zaag een deel van de groef af totdat er precies 10 mm overblijft. - Klik de plank vast. Druk de korte kant naar beneden. Schuif ze horizontaal tegen elkaar. Indien nodig gebruik je een stootblok. Klop het deel stevig op zijn plaats met een plat trekijzer. Vergeet de spacers niet.
- Zodra je klaar bent, kan je verder met de rest van de vloer.
Pro-tip: gebruik het stuk dat je van de laatste plank in de vorige rij afzaagde, voor de volgende rij. Hou minstens 30 cm afstand tussen de korte stukken in verschillende rijen.
Let op: houd altijd een opening van 8 tot 10 mm tussen de vloer en de muur. Gebruik spacers. In ruimten waar je moeilijk planken kan leggen met een stootblok, klop je deze vast met een trekijzer en een hamer.
Ook interessant:
